Balletdansers werken hard. Ze tellen de maten van de muziek, ze maken fabuleuze sprongen, ze zwoegen en zweten. En de toeschouwer zit te genieten. Hij verbaast zich over al dat draaien en springen, over die heerlijke choreografie en die kostelijke kostuums. Wat hij niet ziet, zijn de zweetdruppels die op de planken spatten.
Humordichters zijn net balletdansers. Ze werken zich in het zweet om in een strakke vorm, met fraai ritme en melodieus rijm, een boeiende voorstelling te geven. Hun teksten zijn soms zelfs taalacrobatiek. En de lezer hoeft alleen maar te genieten. Van de zweetdruppels die op het papier of het toetsenbord vallen, zal hij nooit iets weten.
Het enige Nederlandse literaire tijdschrift dat consequent, in een vaste rubriek, een platform heeft geboden voor humorpoëzie, is De Tweede Ronde. Het blad, in 1980 opgericht door vertalers/dichters Peter Verstegen en Marko Fondse, kende vanaf het eerste nummer een rubriek Light Verse.
Het begin was bescheiden. In het allereerste nummer van De Tweede Ronde verschenen drie humoristische gedichten van Alexander Pola, waarvan er in deze bloemlezing één is opgenomen: 'De notenboom'. In het tweede nummer gaven onder anderen Jan Boerstoel en Drs. P acte de présence, een nummer later verscheen er werk van Simon Knepper en daarna deed ook Driek van Wissen zijn intrede. Een grote naam als Kees Stip volgde spoedig.
De rubriek werd het visitekaartje van het tijdschrift. Naar wat hier te vinden was hoefde je in andere literaire bladen niet te zoeken. Het pure taalplezier, het genot van taalspel, van fantasie gegoten in een mooie, melodieuze vorm - daar ging het de redactie om en dat wilde ze de lezer presenteren. De redactie wil nog altijd hetzelfde, omdat de formule een succes is gebleken. Tegenwoordig publiceert vrijwel iedere humordichter in De Tweede Ronde. Bekende namen als Patty Scholten, Frank van Pamelen, Kees Jiskoot en Driek van Wissen duiken met de regelmaat van de klok op. En de nestor van het genre, Drs. P, is vanaf 1980 nooit meer weg geweest. In iedere aflevering Light Verse is werk van zijn hand te vinden.
Humorpoëzie veronderstelt in de eerste plaats vakmanschap bij de dichter. Wie zich zet tot het maken van een geestig gedicht, houdt van stevig timmerwerk. De dichter zal zijn uiterste best doen om kraakheldere regels te schrijven en bij de lezer op zijn minst een glimlach op de lippen te toveren, al streeft hij stiekem natuurlijk naar een schaterlach. Daarvoor zet hij de taal naar zijn hand, bedenkt hij soms verrassende rijmen en voelt hij zich als een vis in het water in beproefde of zelf geïntroduceerde versvormen, zoals het sonnet en het ollekebolleke. Zijn doel is altijd: de mogelijkheden van de taal verkennen en de lezer vermaken.
Voor de lezer is humorpoëzie een van de plezierigste genres die er bestaan. De dichters maken het hem niet opzettelijk lastig door met onbegrijpelijke regels op de proppen te komen, maar bieden hem de mogelijkheid om onbekommerd te genieten. En die lezer kan ook de jonge lezer zijn. Vanwege haar toegankelijkheid komt humorpoëzie bij uitstek een plaats toe in het literatuuronderwijs op scholen. Zelfs de meest amusische leerling zal even moeten grinniken bij een goeie woordgrap als 'De Here was here'. Docenten, grijp die kans!
Deze bloemlezing geeft een beeld van de humorpoëzie die vanaf 1980 is gepubliceerd in De Tweede Ronde. Bij het lezen en inventariseren van de teksten bleken bepaalde onderwerpen hot te zijn onder de dichters. Het zal niemand verbazen dat dieren tot die favoriete dichterlijke objecten behoren. Valt er over varkens en schapen al prima te dichten, voor babytapirs, poetsvissen en pimpelmezen geldt dat in verhevigde mate. Kees stip is de grootste in dit genre en heeft in Patty Scholten een waardige opvolgster gevonden.
Reizen naar binnen- en buitenland inspireren de dichter. Niet alleen verre landen, maar ook provincies als Zeeland en Friesland leiden tot kunst, en soms doet koningin Beatrix dat:
Plechtige opening
Koningin Beatrix
Knipte het lintje doormidden
En zei:
Met deze gloednieuwe
Schizofreniekliniek
Is er niet één zo gelukkig
Als Wij
(Frank van Pamelen)
Beoefenaars van het lichte genre gaan zware thema's niet uit de weg. De onderwerpen liefde & seks, geboorte & dood, gezondheid & ziekte, woede & geweld, wijsheden en ook religie, zijn in dit boek goed vertegenwoordigd. Wie het bloedserieuze niet bloedserieus benadert, komt tot prettige relativering en verrassende poëzie:
Jaarwisseling
Saai hoor, die kerstdagen!
Nooit eens een spoedgeval
Waar ik als arts
Enthousiast over word
Aangenaam anders zijn
Oudejaarsavonden
Dan kom ik ogen en
Oren te kort
(Kees van den Heuvel)
De beste humorpoëzie ontstaat niet op kantoor, maar in de kroeg. Het wekt dus geen verbazing dat de plezierdichter graag een glaasje lust en zijn muze van tijd tot tijd gul bezingt. Uit de rubriek spijs & drank:
Natuurliefhebber
Het mooiste uitzicht
volgens mij,
zijn veertig flessen
op een rij.
(Jan Boerstoel)
Verder staan er in deze bloemlezing gedichten over diverse takken van kunst en over taal. Misschien is de taal zelf wel het voornaamste onderwerp van de humoristische dichter. Het is zijn speelgoed, zijn bouwmateriaal, zijn inspirator en zijn resultaat. Hij neemt een woord als het ware in zijn hand, snuffelt eraan, bekijkt vorm, klank en betekenis, en laat er in zijn tekst een zodanig licht op schijnen dat het opvalt en verrast:
Een mans wiens kleine woordenschat
ik minstens op zes woorden schat
zegt tot de vrouw die hem bemint
als zij hem vraagt hoe hij haar vindt:
'Ik heb daarvoor geen woorden, schat'
(J. van Lakerveld)
Laat de humordichters, net als de balletdansers, maar zwoegen en zweten. Om de een of andere reden doen ze het graag.
Meindert Burger & Jos Versteegen
Bekijk hier het complete overzicht van de dichtbundels van Jos Versteegen en maak kennis met de verhalen achter zijn werk. Lees verder
Lees meer over de biografieën die Jos Versteegen heeft geschreven. Lees verder
Bekijk de vertalingen van Jos Versteegen. Lees verder
Bekijk de bloemlezingen van Jos Versteegen. Lees verder
Bekijk de naslagwerken van Jos Versteegen. Lees verder