'De kastanjeboom die Anne Frank zag, had zijn witte kaarsen voor haar opgestoken. '
Jos Versteegen, Een kastanjeboom in Amsterdam

bundel Een kastanjeboom in Amsterdam

Anne Frank en de kastanjeboom bij het Achterhuis

Liefste Kitty, Vanochtend, toen ik weer naar de zolder ging, was Peter er aan het opruimen. Al gauw was hij klaar en terwijl ik op m'n lievelingsplekje op de grond ging zitten, kwam hij ook. Wij keken alle twee naar de blauwe hemel, de kale kastanjeboom aan wiens takken kleine druppeltjes schitterden, naar de meeuwen en de andere vogels die in hun scheervlucht wel van zilver leken. Dat alles ontroerde en pakte ons alle twee zo, dat we niet meer konden spreken. (woensdag 23 februari 1944)

Wij hebben na ons kwakkel-wintertje weer een prachtig voorjaar. April is inderdaad schitterend, niet te warm en niet te koud met zo nu en dan een regenbuitje. Onze kastanje is al tamelijk groen, hier en daar zie je zelfs al kleine kaarsjes. (dinsdag 18 april 1944)

Gisteren was vader jarig, vader en moeder waren 19 jaar getrouwd, het was geen werkster-dag en de zon scheen, zoals ze in 1944 nog niet geschenen had. Onze kastanjeboom staat van onder tot boven in volle bloei, hij is vol met bladeren en veel mooier dan verleden jaar. (zaterdag 13 mei 1944)

Dat schrijft Anne Frank in haar dagboek over de kastanje bij het Achterhuis. De afgelopen jaren was er veel ophef over deze door schimmel aangetaste boom. Kappen of niet kappen, dat was de kwestie. De zaak kwam voor de rechter en die besliste dat de boom mocht blijven staan, maar dan wel gestut door een staalconstructie. Tijdens een storm op maandag 23 augustus 2010 ging het toch mis: op anderhalve meter boven de grond brak de boom af.

Helga Fassbinder vroeg Jos Versteegen om gedichten/liederen te schrijven over de Anne Frank-boom. Zelf maakte ze een reeks foto's van de boom in verschillende jaargetijden en verzorgde ze een toelichtende tekst. Dit alles resulteerde in de bundel Een kastanjeboom in Amsterdam.


Een meisje

"

De zon begint het voorjaar te verwarmen
De vogels bouwen nesten in zijn armen
En hij, de boom, steekt kaarsen aan
Ze branden dag en nacht, bij zon en maan

Dit is de lente en het leven
Een meisje heeft het opgeschreven
Een jongen en de eerste tederheden
Handen die zachtjes over wangen gleden
Het stille zitten bij elkaar
Twee kinderen van vijftien, zestien jaar
Dit is de lente en het leven
Het meisje heeft het opgeschreven

'Cherbourg, Witebsk en Slobin zijn gevallen'
Dat schrijft het meisje, en je hoort het knallen
Een prachtig voorjaar komt eraan
Zonlicht zal glanzend in de ogen staan
Die lente met z'n juichend leven
Die heeft het meisje niet beschreven
Die lente met z'n juichend leven

Uit: Een kastanjeboom in Amsterdam


Voorstelling in Mannheim

Op zondag 20 juni 2010 heeft in het Jüdisches Gemeindezentrum in Mannheim de benefietvoorstelling Annes Baum plaatsgevonden. Dit is een toneelmonoloog van Olga Eigenbrot (pseudoniem van Helga Fassbinder) over de redding van de Anne Frank-kastanje. In de monoloog waren de liederen van Jos Versteegen over de boom verwerkt; ze werden voorgedragen, niet gezongen. Het geheel werd omlijst met klassieke muziek. Lees een krantenknipsel: de aankondiging van de Anne Frank-middag door een lokale krant op 19 juni. (pdf)

Voorstelling in Markdorf

Een eerdere uitvoering van de monoloog en enkele liederen (gezongen door Anuschka Schoepe, op muziek van Johannes Eckmann) vond plaats in oktober 2009 in Markdorf (Zuid-Duitsland). Lees het artikel daarover in de Südkurier.

Meer gedichten uit deze bundel

Hieronder vindt u meer gedichten uit deze bundel. Klik op de titel om het gedicht te lezen.

"

Maar altijd kwam de lente weer.
Je stak je witte kaarsen op,
je nam de vogels in je armen,
je greep de zachte blauwe hemel
met al die duizend vingers van je blad.

Maar altijd kwam de lente weer,
al reden zoveel treinen weg van hier
en was er niets meer om te leven.
Je stak je kaarsen op,
en vogels zongen in je armen.

Nu ga je weg van hier.
Ik steek mijn kaarsen voor je op,
ik strek mijn armen naar je uit,
je vogels zingen overal.

En zij, het meisje dat jou zag,
spreekt in haar boek voor altijd door
van jou, je vogels en je kaarsen,
je volle groene leven.
Zo komt de lente altijd weer.


Uit: Een kastanjeboom in Amsterdam

"

De blauwe hemel en de meeuwen,
ze zijn zo ver en vrij.
De zilveren druppels op de takken,
ze schitteren voor mij.

De bladeren, de witte bloemen,
ze wiegen op de wind.
Het zonlicht en de zachte geuren,
de lente die begint.

Het stenen huis, de kleine kamers,
waaruit ik nooit ontsnap.
En dan het kraken van de treden,
de stemmen op de trap.

De blauwe hemel en de meeuwen,
ze zijn zo ver en vrij.
De zilveren druppels op de takken,
ze schitteren voor mij.
En dan het kraken van de treden,
de stemmen op de trap.


Uit: Een kastanjeboom in Amsterdam


Duitse vertaling

De vier liederen over Anne Frank zijn in het Duits vertaald door Marita Keilson-Lauritz. Hieronder de Duitse versies:

"

Doch immer kam der Frühling wieder.
Du zündest weisse Kerzen an,
du nahmst die Vögel in die Arme,
du griffst den sanften blauen Himmel
mit all den tausend Fingern deiner Blätter.

Doch immer kam der Frühling wieder,
es fuhren soviel Züge weg von hier,
und es gab nichts mehr, um zu leben.
Du zündest deine Kerzen an,
auf deinen Armen sangen Vögel.

Jetzt gehst du fort von hier.
Ich zünde meine Kerzen für dich an,
ich strecke meine Arme nach dir aus,
und Vögel singen überall.

Und sie, das Mädchen, das dich sah,
sie spricht in ihrem Buch noch immer
von dir, den Vögeln und den Kerzen,
von deinem vollen, grünen Leben.
So kommt der Frühling, immer neu.


Uit: Een kastanjeboom in Amsterdam

"

Der blaue Himmel und die Möwen,
so frei und fern von hier.
Die Silbertropfen auf den Zweigen,
sie glänzen, leuchten mir.

Die Blätter und die weissen Blumen
sie wiegen sich im Wind.
Das Sonnenlicht, die sachten Düfte,
der Frühling, der beginnt.

Das Haus von Stein, die Zimmer klein,
es gibt hier kein Entrinnen.
Und dann hör ich die Stufen knarren
und auf der Treppe Stimmen.

Der blaue Himmel und die Möwen,
so frei und fern von hier.
Die Silbertropfen auf den Zweigen,
sie glänzen, leuchten mir.
Und dann hör ich die Stufen knarren,
und auf der Treppe Stimmen.


Uit: Een kastanjeboom in Amsterdam

"

Die Sonne will das frühe Jahr erwärmen.
Und in den Zweigen erste Nester, Vogelschwärme.
Der Baum steckt seine Kerzen auf.
Sie brennen Tag und Nacht, tagein, tagaus.
Dies ist der Frühling und das Leben,
ein Mädchen hat es aufgeschrieben.

Ein Junge und die ersten Zärtlichkeiten,
Hände die leise über Wangen gleiten.
Das stille Sitzen beieinander,
fünfzehn und sechzehn erst, zwei Kinder.
Dies ist der Frühling und das Leben,
ein Mädchen hat es aufgeschrieben.

"Cherbourg, Witebsk und Slobin sind gefallen",
das schreibt das Mädchen, und man hört das Knallen.
Ein wunderbarer Frühling ist in Sicht,
in allen Augen glänzt das Sonnenlicht.
Den Frühling mit seinem jauchzenden Leben,
den hat das Mädchen nicht beschrieben,
den Frühling mit seinem jauchzenden Leben.


Uit: Een kastanjeboom in Amsterdam

"

Da war ein alter Baum, bewohnt von Vögeln.
Die Äste ragten wild und hoch
über die Dächer dieser Stadt.

Da war ein Sturm der um die Häuser jagte.
Er griff den Baum, die alten Äste,
vertrieb die Vögel aus dem Nest.

Da war ein Baum, der sich besiegen liess,
die Äste alle tot am Boden
und alle Vögel auf der Flucht.

Da ist ein junger Baum, der langsam wächst
aus alten Wurzeln tief im Sand.
Da werden neue, hohe Äste sein
für hundert Vögel, dort zu wohnen.


Uit: Een kastanjeboom in Amsterdam