'Ik droeg de overhemden van mijn vader.
Dichter bij elkaar konden we niet komen.
'
Jos Versteegen, Zijn overhemden op jouw huid

Dichtbundel Zijn overhemden op jouw huid

Je vader is gestorven. Je moeder geeft je een plastic tas met zijn overhemden, 'want daar mankeert nog niets aan'. Het is een vreemde sensatie om die kleren te dragen: je vader zit je letterlijk op de huid. Het is duidelijk: je hebt zijn plaats geërfd in de rangorde van de generaties en nu ben jij als eerste aan de beurt om het einde tegemoet te treden.

Op velerlei manieren was de dood aanwezig in en om de boerenwoning waar Jos Versteegen opgroeide. Een hond zat dagenlang klem in een ondergronds konijnenhol en hapte nog vier keer naar adem toen een landarbeider hem had losgespit. Een gewonde kat verdween om op een onbekende plaats te sterven. Grote drama's voor een kind, die terugkeren in herinneringen en dromen. Juist ook nu het kleine boerenbedrijf er niet meer is. En nu vaders overhemden de band met het verleden tastbaar maken en tegelijk een toekomstvoorspelling inhouden.

In de afgelopen decennia is het kleine, traditionele boeren-familiebedrijf vrijwel verdwenen. Inwonende grootouders die meewerken zolang ze kunnen, kinderen van wie wordt verwacht dat ze buiten schooltijd meehelpen, een bijna familiaire omgang met dieren: het lijkt verleden tijd. 'Zijn overhemden op jouw huid' roept een wereld op die een generatie geleden nog bestond. Tegelijk is de bundel een persoonlijk en beeldend verslag van de ondergang van die overzichtelijke, vertrouwde wereld, waar we nu naar terugverlangen.


Lees ook het interview met Jos Verstegen over Zijn overhemden op jouw huid in de Poëziekrant, jaargang 34, nummer 6, september-oktober 2010. Lees het interview (pdf)

 

Gewond

"

Het is een kat met veel oranje,
die langs je witte knieën strijkt.
Ze drukt zich in je hand omhoog,
met golven, en je zegt haar naam.

Je ziet haar spelen met een muis
die wegrent, bloedend uit de ogen.
Ze haakt zich aan het dier, ze schuift
het naar zich toe, ze laat het rennen.

Je roept haar en ze is er niet,
maanden. Een kat verwildert soms:
het is goed jagen op de vogels
die piepend uit de hemel tuimelen.

Op woensdagmiddag vind je haar,
diep in een stal, in oud karton,
gebogen om een nest van vier.
Je strekt je hand uit en ze blaast.

Wanneer je zwoerd en melk brengt, 's avonds,
heeft zij haar jongen al versleept.
Je gaat het huis door, en de schuren,
haar naam een stilte in je mond.

Ze helt naar rechts alsof ze valt,
haar ogen kijken blind. Dat is
in februari, in het hooi,
en bij het eten zeg je niets.


Uit: Zijn overhemden op jouw huid

Meer gedichten uit deze bundel

Hieronder vindt u meer gedichten uit deze bundel. Klik op de titel om het gedicht te lezen.

"

Je kamer en je grijze bed,
de gele sprei, de kast, het zeil.
De zware deken voor de winter,
de lakens en het kussen die
misschien nog steeds dezelfde zijn.
Het rookkanaal dat zich aftekent
als een kolom van bruin behang:
beneden staat de oliekachel.
Kou aan je handen, bij het raam,
wanneer je de gordijnen sluit.

Leg dan je kleren op een stoel,
schuif klappertandend in je bed,
het hertje op de deken lacht.
De lamp uittrekken met het koord.
Muziek en stemmen van beneden:
de televisie staat nog aan,
reclame en het laatste nieuws,
dat stokt. Je moeder zegt iets en
het huis is stil. Je draait je om.

Vier kamers, niemand slaapt er nog,
alleen je vader ligt hier 's middags
een uurtje na het warme eten.
Wat zul je dromen in de kuil
van dit matras en in je kussen,
de holte van zijn smalle hoofd.
Een waterleiding die bevriest,
de lindebomen die een wolk
aanklampen, bloemen uit je adem,
de vastgeklonken honden in het land.


Uit: Zijn overhemden op jouw huid

"

Het bakje chocoladevla:
rechtop in bed kan hij nog eten.
Het ruisen, 's middags, op het asfalt:
of de vitrage open mag,
hij wil de regen nog eens zien.
En welke bus je straks moet halen,
en of die aansluit op de trein.
Je moet zijn portefeuille pakken:
hij geeft je vijfentwintig gulden
om van te eten in de stad.

Zeer blauw, dat dieper ligt dan ooit:
zijn ogen. Het kijkt je rustig aan,
ook als je op de halte staat
of in de trein probeert te lezen.

Het regent dan allang niet meer.

...

Je moeder heeft zijn beurs beloofd
en zeven nette overhemden:
ze zijn gewassen en gestreken,
ze liggen in een plastic tas
te wachten op de keukentafel.
Zeer blauw: het kijkt je rustig aan
wanneer je op de halte staat.


Uit: Zijn overhemden op jouw huid

Recensies

Recensie door Dirk De Geest in De Leeswolf (uitgave van het Vlaams Bibliografisch Documentair en Dienstverlenend Centrum), jrg. 16, nr. 6, september 2010:

Jos Versteegen 'Zijn overhemden op jouw huid'

Jos Versteegen liet zich in zijn eerdere werk al zien als een groot kenner van de menselijke psyche, zonder daarom veel aan psychologisering te doen. De dichter gaat hoofdzakelijk op een indirecte wijze te werk; hij laat de werkelijkheid als het ware voor zich spreken.

Dat is ook de stijl die in Zijn overhemden op jouw huid wordt aangewend. Versteegen schildert een landelijke omgeving, allicht het landschap van zijn voorouders en zijn eigen jeugd. Het is een wereld die bevolkt wordt door stuurse, maar ongemeen sterke persoonlijkheden. Uiteraard worden die karaktereigenschappen door de kinderlijke blik van de verteller nog versterkt. Precies daardoor wordt trouwens ook de dreiging tastbaarder. Het gaat immers niet om een paradijselijk milieu, maar om een soort van primitieve oerervaring, waar levensinstinct en doodservaring extreem dicht bij elkaar liggen.

Dat gebeurt op aangrijpende wijze in het titelgedicht van de bundel; de moeder geeft, na het overlijden van de vader, diens overhemden mee met haar zoon omdat ze nog dienst kunnen doen. De zoon wordt zo als het ware de vader tot in de diepste poriën van zijn huid. Die nauwe band tussen dood en leven doorprikt de idylle, maar vormt tegelijk een noodzakelijk inzicht. Soms neemt dat tragische vormen aan, wanneer bijvoorbeeld het verven en opsmukken van nestkastjes net de dood van de vogels (door vergiftiging) met zich brengt.

Het universum dat Versteegen schetst is daardoor weliswaar rechtlijnig maar allerminst eenduidig. Ook de stijl draagt bij tot dat effect. De dichter gaat via omwegen te werk, vertrekt van een schets of een detail om van daaruit onverhoeds de intrige te ontwikkelen. De vertellende stijl van Versteegen zorgt hier onmiskenbaar voor een extra effect. Dat alles maakt deze poëzie hoogst intrigerend, maar tegelijk bijzonder leesbaar.

Wilt u meer recensies lezen? Lees meer