'Eet eens een stukje paus. Of anders bietjes met parkiet.'
Jos Versteegen, Ik zet mijn tanden in de paus

bundel Ik zet mijn tanden in de paus

De liedjes die Jos Versteegen schreef voor het televisieprogramma Het Klokhuis werden gebundeld in Ik zet mijn tanden in de paus, in 2001 verschenen bij Vassallucci. Ze werden gezongen door onder anderen Loes Luca, Joost Prinsen, Wieteke van Dort en Edwin Rutten.

Joost Prinsen schreef het Voorwoord bij dit boek:

Jos Versteegen, de tranenkoerier

Harry Bannink componeerde niet graag op zijn teksten. 'De verzen van die Versteegen lopen zo goed, die zijn al gecomponeerd,' zei hij ooit. En inderdaad, de Nederlandse jeugdtelevisie heeft sinds Willem Wilmink geen schrijver gehad wiens techniek zo vlekkeloos is als die van Jos Versteegen. Ook de tv-regisseurs kijken bedenkelijk als zijn werk ter sprake komt. 'Het is zo beeldend, wat voor beeld moeten wij daar nog bij bedenken?' mopperen zij.

Het is waar: Versteegens poëzie hoeft niet per se gezongen te worden of uitgebeeld. Ze moet in de eerste plaats worden gelezen. En daarom lijkt deze bundel mij een uitstekend idee. Lees verder.


In de botsautootjes

"

Hij scheurde vrolijk in het rond.
Zijn kar was blauw met rode stippen.
Zo mooi, zo vurig en zo bont -
daar kon een ander niet aan tippen.

Hij zwierde vrolijk in het rond
en zag zijn moeder naar hem zwaaien.
Zijn haren - lang en prachtig blond -
die liet hij wapperen en waaien.

Hij crosste vrolijk in het rond
en riep: 'Kijk ma, met losse handen!'
Toen ramde hij de groene kont
van nummer tien. Wel twintig tanden

die vlogen vrolijk in het rond,
maar kijk eens hoe hij verder snorde.
Hij lachte met een lege mond.
Coureur, dat wou hij later worden.

Uit: Ik zet mijn tanden in de paus

Meer gedichten uit deze bundel

Hieronder vindt u meer gedichten uit deze bundel. Klik op de titel om het gedicht te lezen.

"

Er was een jongen, Wijnand J. van Dale,
die bij een onderzoek met röntgenstralen
ging zitten op zo'n bundel toverlicht
en toen de deur uitvloog, al was ie dicht.
Zijn moeder wist hem niet meer in te halen.
Hij ging door muren en lantarenpalen
en bij sirene en politiefluit
zong Wijnand J. van Dale ferm en luid:
Kan iemand op de wereld mij verhalen,
hoe ziet een mensenhart eruit?

Hij zweefde van Den Helder naar Rosmalen
en stoof toen door naar China en Bengalen.
Hij boorde dwars door alle mensen heen,
hij ging door hoofd en hand, door merg en been,
en daar, in duizend maag- en darmkanalen
van dure dames met colliers en kralen,
daar klotsten kreeftensoepjes en bouillons,
daar dreven taartjes en likeurbonbons
te midden van gefruite zeegarnalen
- en Wijnand zag een hart van steen.

Hij gluurde in de buik van kannibalen
en schrok van gruwelijke avondmalen:
de witgeschoeide voetjes van een kind,
een linkerarmpje met een roze lint.
Hij rook de binnenkant van kardinalen,
kon van de dranklucht nauwelijks ademhalen,
doorstraalde hoge heren in het grijs
met in hun maag een hertje of patrijs,
door welverzorgde tanden fijngemalen
- en Wijnand zag een hart van ijs.

Maar op een dag doorboorde Wijnand op zijn röntgenstralen
de pelsvacht van een grote bruine beer.
Daarachter was een machtig hart, zo warm en teer
dat Wijnand dacht: Ik wil niet verder meer.
De jongen stapte van de röntgenstralen
en woonde voortaan in het berenhart;
hij geeft alleen nog zachte klopsignalen.
Zo leeft hij verder, Wijnand J. van Dale,
hij geeft alleen nog zachte klopsignalen.


Uit: Ik zet mijn tanden in de paus

"

De nieuwste stoffen komen uit Japan.
Ze kleden prachtig af, ze ogen chic,
en bovendien: ze zitten vol techniek.

Ik maak er schitterende kleren van
die niet alleen comfort en warmte schenken
maar ook nog eens zelfstandig kunnen denken.

Als u zich aankleedt, hoeft u niets te doen.
Een broek kruipt uit de kast, begint te trillen
en schuift dan automatisch om uw billen.

Een ingebouwde chip in pluiskatoen
maakt truien een verrukking om te dragen
omdat de stof u streelt op warme dagen.

Een wonder zijn de nieuwste herenjassen
met kleine microfoontjes in de knopen:
als u ze toespreekt, gaan ze dicht of open.

Dat mechanisme zit nu ook in dassen,
maar wees daar alstublieft voorzichtig mee:
geeft u een grauw of snauw, een grom of brom,
dan kan zo'n das een ongeluk begaan.

Mijn tante Puck wou om een uur of twee
bij tante Pieternella op de thee.
Streng keek ze haar Japanse sjaaltje aan
en sprak met al te barse stem: 'Das om.'

Die strengheid kwam mijn tante duur te staan
toen haar vanzelf de das werd omgedaan.


Uit: Ik zet mijn tanden in de paus