'Hans en Hanna werden verliefd op elkaar. Het was midden in de oorlog.
Ze zaten allebei ondergedoken.
'
Jos Versteegen, Sonnetten voor Hanna

Vertaling Sonnetten voor Hanna

Hans Keilson werd tijdens zijn onderduiktijd in 1944 verliefd op Hanna Sanders, een 22-jarige Joodse vrouw, die ook was ondergedoken. In de ban van deze liefde schreef hij een cyclus van 46 sonnetten, waarin zowel de oorlog en vervolging als het denken over de liefde en de poëzie zelf hun weerklank vinden. Jos Versteegen vertaalde deze sonnetten nu voor het eerst alle 46 in het Nederlands – nota bene de taal die de geliefden met elkaar spraken – en voorzag ze samen met Marita Keilson-Lauritz van commentaar.

"

de duisternis – en wij, een heimelijk paar,
twee gasten van de nacht, blind, zwijmeldronken,
en stad en land al haast in slaap verzonken,
en ginds, boven ons zwartverwaaide haar,

jagende wolken in hun stormig jaar.
Je tred was luchtig toen de maan niet scheen,
je sloeg je arm zo innig om mij heen,
het maakte blij. Maar telkens ook was daar

dat spookbeeld: jouw gelaat, of je rondwaarde
in dromen. Toen: schoten, vliegtuigen, licht-
bundels die 't duister van de nacht doorsneden.

Het dreunde, diep beneden in de aarde.
Jij – als versteend. En met een kus gaf ik
je liefde en je angst een toets van vrede.


Uit: Sonnetten voor Hanna

Meer gedichten uit deze bundel

Hieronder vindt u meer gedichten uit deze bundel. Klik op de titel om het gedicht te lezen.

"

De kleine kamer die jouw lange uren
omsluit met kale, spiegelloze wand –
daar zaten wij verborgen, hand in hand,
van achter geblindeerde ramen turend,

vol weemoed, naar de tuin, de bloemenpracht
die 't jaar met kleuren wiegt en uit de zware,
verloren dagen in de moegestaarde
ogen zijn balsem stromen liet – dat bracht

de buitenwereld in herinnering:
de beelden maakten ons nog meer alleen.
Toen werd je kamer als een huis zo groot,

met deuren, ramen, waar je vriendenkring
al spoedig in- en uitliep. Maar de dood,
hij ziet en grijpt de gasten een voor een.


Uit: Sonnetten voor Hanna

"

Vaak denk ik: als ik oud ben en ik denk
aan liefdesdagen, toen ik verzen schreef
voor jou, steeds weer, en van jouw liefde bleef
mij slechts één kus die ik dan nog gedenk;

en lees ik – dat is ook waaraan ik denk –
met oude ogen, eenzaam, wat ik schreef,
en je adem, waar je hart in kloppen bleef,
zweeft naar me toe als jouw laatste geschenk –

dan ben ik, met haar dat begint te grijzen
en bittere plooien om een mond die smacht,
vandaag al door die terugblik, schemerzacht,

van 't kwalijk virus van de lust bevrijd.
En dan zie ik, ontsnapt aan angst en tijd,
jouw eeuwig wezen voor mijn oog verrijzen.


Uit: Woon ik hier

Geluidsfragment

Luister naar een geluidsfragment het radioprogramma Met het oog op morgen over Sonetten voor Hanna. Het is een opname van het gesprek tussen Mieke van der Weij, Marita Keilson-Lauritz en Jos Versteegen, 25 september 2016, over Sonnetten voor Hanna