Als je wilt dichten, is inspiratie niet voldoende. Je zult telkens kritisch moeten afwegen of dat ene woord, die ene regel wel origineel, indringend, ontroerend, verrassend, beeldend of muzikaal is. Je wilt tenslotte een tekst schrijven die bijzonder is, die indruk maakt. Dan is een afstandelijke blik op je eigen woorden van groot belang. Misschien zul je een klein stuk tekst wel tien keer veranderen voordat je denkt: ja, nu is het goed, zo moet het zijn.
Wat geldt voor losse woorden of regels, geldt ook voor gedichten als geheel. Je wilt tot een mooi resultaat komen. Je streeft naar een heldere opbouw met een regelmatige strofen-indeling of naar een gedicht dat een spontane, wat minder geordende indruk maakt – voor beide zul je vaak hard moeten werken. Ook een tekst die uit de losse pols op papier lijkt te zijn gezet, kan de dichter heel wat hoofdbrekens hebben gekost. En er is zoveel meer om je druk over te maken. Welke vergelijkingen gebruik je? Welke klankeffecten pas je toe? Herhaal je complete regels? Gebruik je punten en komma's? Schrijf je grammaticaal of ga je soms in tegen de regels van het Nederlands?
Dit boek geeft een overzicht van de gereedschappen die de dichter ter beschikking staan: het gebruik van beelden, vergelijkingen, metrum/ritme, rijm en andere klankeffecten. Ik besteed aandacht aan traditionele vaste versvormen, onder andere het sonnet, en sta uitgebreid stil bij het vrije vers: van expressionisme tot parlando en postmoderne poëzie. Omdat poëzie vaak wordt gekoppeld aan de actualiteit (we hebben een Dichter des Vaderlands voor nationale gebeurtenissen en een heel regiment stadsdichters) heb ik een afzonderlijk hoofdstuk gewijd aan gelegenheidspoëzie. Ook is er een hoofdstuk over het samenstellen en publiceren van een dichtbundel, en met wat erbij hoort: voordragen op literaire podia.
Daarmee zou dit boek af kunnen zijn. Maar ik wilde iets extra's bieden en heb hoofdstukken ingelast over humorpoëzie, over liedjes in het algemeen en over soorten liedjes – van smartlappen tot de poëtische liederen van Boudewijn de Groot en rapteksten. De traditionele dichttechniek (rijm, metrum), die in dit boek veel aandacht krijgt, is bij het schrijven van liedjes en humoristische gedichten vrijwel onmisbaar. De uitleg over verschijnselen als rijm en metrum is een basis voor degene die deze takken van literaire sport wil beoefenen. Het boek sluit af met praktische adviezen: het gebruik van woordenboeken en websites, en schrijftips.
Deze inleiding klinkt zakelijk en objectief, maar dit boek is zeker ook subjectief. Ik vertel over mijn ervaringen met dichten en citeer uit eigen werk. Ik geef mijn mening over mooi en lelijk, ik kom met tips en adviezen. Daarbij leg ik steeds de nadruk op het ambacht van het schrijven, omdat het voor mijzelf ooit een kick is geweest om dichttechnieken onder de knie te krijgen. In de dichtcursussen die ik geef, zie ik hetzelfde gebeuren: de vorm daagt cursisten uit. Niets zo mooi als wanneer je uiteindelijk een sonnet kunt schrijven en je je daarmee in een rijke traditie plaatst.
Lang geleden had ik een cursist uit Purmerend. Hij leerde het dichterlijke ambacht en beheerste na een tijdje het sonnet. Toen hij voor een prijsvraag een gedicht schreef over wielrijden, koos hij voor die vorm. Zijn gedicht kwam in de krant en hij won de hoofdprijs: een fiets. Ik heb toen een berichtje naar Purmerend gestuurd: een sonnet heeft dus minstens de waarde van een nieuwe fiets. Zo heb je nog eens wat aan de poëzie. Heb je het sonnet eenmaal in de vingers, dan hoef je het daarbij niet te laten. Je ontwikkeling kan verder gaan, tot je gedichten schrijft die niet of nauwelijks meer doen denken aan de vaste vorm die je ooit hebt geleerd. Maar je hebt wel geoefend met die vorm, je hebt ervaren hoe het is om vormtechnisch streng te zijn voor jezelf. Je hebt geleerd dat beperkingen en regels uitdagend en inspirerend kunnen zijn. Wat voor soort gedichten je uiteindelijk ook wilt schrijven, het is goed om te weten wat er te koop is aan gereedschap en techniek.
Dit boek is bedoeld als handreiking voor iedereen, zeker ook voor beginnende dichters. Het geeft een overzicht van de theorie en de praktische mogelijkheden. Kennis en ideeën opdoen, daar gaat het om. En daarna: schrijven. Met voldoende ondergrond en inzicht geeft de dichter een merkwaardig, ongrijpbaar, geheimzinnig verschijnsel een grotere kans om toe te slaan: de inspiratie. De bliksem die in je pen slaat.
Bekijk hier het complete overzicht van de dichtbundels van Jos Versteegen en maak kennis met de verhalen achter zijn werk. Lees verder
Lees meer over de biografieën die Jos Versteegen heeft geschreven. Lees verder
Bekijk de vertalingen van Jos Versteegen. Lees verder
Bekijk de bloemlezingen van Jos Versteegen. Lees verder
Bekijk de naslagwerken van Jos Versteegen. Lees verder