'Floris Michiels van Kessenich, ik vind het zo'n mooie naam.'

Bespreking van de roze jonker in Het parool

Bespreking door Maurits Schmidt in Het Parool, 27 april 2000:

De Roze Jonker: van adel, rechts en rooms
Wat het boek over De Roze Jonker zo'n lading meegeeft, is de eenzaamheid die de duizendpoot aankleeft

In 1996, vijf jaar na zijn dood, zetten zijn vrienden een herdenkingsadvertentie in de krant. De tekst: 'En, gaat 't goed met je actiegroep voor homoseksuele engelen?' Treffender hadden zij Floris Michiels van Kessenich niet kunnen kenschetsen. Jos Versteegen schreef een boek over De Roze Jonker, dat eind deze maand verschijnt.

Jonkheer Floris Michiels van Kessenich, nazaat van Noord-Limburgse landadel, is 34 jaar geworden. In 1991 stierf hij aan aids. Een normaal mens zou twee levens nodig hebben gehad voor wat hij heeft verricht. Zo althans komt hij naar voren uit de biografie De Roze Jonker die dichter-publicist Jos Versteegen over hem heeft geschreven. Wat het boek over Michiels van Kessenich zo'n lading meegeeft, is de blijvende eenzaamheid die de duizendpoot aankleeft. Het begint al met het onverbiddelijke 'Dat komt in ons milieu niet voor' van zijn vader als hij tegenover hem op zijn dertiende uitkomt voor zijn homoseksualiteit. Zeker, in toenemende mate ondervindt Floris begrip voor zijn emancipatorische activiteiten: hij ontwikkelt zich tot een druk en autoritair baasje. Maar het onbegrip dat parallel daaraan blijft bestaan, werpt de eeuwige student steeds weer terug op zijn moeizame existentie. De Roze Jonker is de eerste in een nieuwe reeks van Schorer Boeken, uitgeverij van de Schorerstichting, kenniscentrum voor lesbisch- en homospecifieke gezondheidszorg. De serie biografieën gaat over mannelijke en vrouwelijke homo's die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor homo-emancipatie.

In stilte
In lesbiennes is nog niet voorzien; uitgeefster Marieke Hilhorst houdt het erop dat zij hun werk meer in stilte hebben gedaan. Vooralsnog staan op de lijst Benno Premsela, jhr. Jacob Anton Schorer en de in de oorlog wegens homoseksualiteit veroordeelde Tiemon Hofman.

Als het boek van Versteegen maatgevend is, wordt het een innemend en liefdevol gemaakte serie. Versteegen is eraan begonnen omdat hij zich als boerenzoon uit het Noord-Limburgse verwant voelde met de landadel uit die streek. Uitvoerige gesprekken met de moeder van Floris vormen een basis voor het werk. Bovendien had hij Floris niet opgenomen in zijn gay-gids over Amsterdam, dus had hij wel wat goed te maken, vond hij.

Het meest verbazingwekkende in de biografie voor wie daar nooit bij stil heeft hoeven staan, is het verregaande gebrek aan maatschappelijke acceptatie van homoseksualiteit, zelfs nog in de jaren zeventig en tachtig. Het COC bloeit allang, het homomonument ligt naast de Westerkerk. Floris had er liefst zijn as over uitgestrooid gezien; alla, je kunt je er nog iets bij voorstellen dat dat nou net niet mocht. Nu ligt hij op het landgoed van moeders familie in Noord-Limburg onder eenzelfde soort steen, waarin homo-activist staat gebeiteld.

Dat Floris zo'n emancipator werd, komt doordat hij vier zo mogelijk nog grotere maatschappelijke 'handicaps' had dan zijn homoseksualiteit: hij was van adel, VVD-rechts, corpsstudent en rooms-katholiek. Op al die terreinen heeft hij zich het vuur uit de sloffen gelopen om zijn geaardheid, en die van 'lotgenoten', geaccepteerd te krijgen.

School
Met zijn vader is het nooit echt goed gekomen; van moeder en zusjes heeft hij meer begrip ondervonden. Al op school, het Sint Vituscollege in Bussum, was er diepgaande minachting voor homoseksualiteit, ook bij docenten. Drie weken thuis huilen was Floris' alternatief voor onder de trein springen. Na een verkennende periode in zijn schooltijd, beginnend vanuit een Utrechts stationsurinoir - Utrechtenaar is niet voor niets een bijnaam voor homo - begon hij in 1976 in Amsterdam een studie Engels.

Twee jaar later volgde een echte zelfmoordpoging: de eenzaamheid, het dubbelleven dat in deze kring nodig was, fnuikten hem. Het bestuur van zijn jaarclub kwam hem vertellen dat zijn homoseksualiteit geen probleem was. Floris kon zijn masker laten vallen.

Vanaf dan beklimt Floris de barricaden. Rechtse flikkers, niet gediend van obscure darkrooms, wel gediend van lamswollen pullovers, zegelringen, thee en cakes, vinden elkaar in de door Floris opgerichte Donderdagavond Eetclub (DEC), die tot vandaag bijeenkomt. De spotnaam bij medecorpsleden verraadt een zekere acceptatie: 'Het Borrel- en Eetgenootschap der Deftige Heren Homosexuelen'. En Floris heet natuurlijk Kessenicht.

Als Michiels begin jaren tachtig kunstgeschiedenis gaat studeren in Leiden, wordt hij verliefd op een meisje, denkt zelfs aan trouwen. Een positief uitgevallen aidstest weerhoudt hem. De dramatische wending spoort hem temeer aan zijn resterend leven in dienst te stellen van homo-emancipatie.

In Leiden richt Floris een homodispuut op, wat elders in het land navolging krijgt. Het navrante is dat hij daar in eigen homokring wordt gediscrimineerd als de heren vinden dat hij te veel publiciteit zoekt. Zelfs beschermheer Molly Geertsema, VVD-politicus, vindt dat de jongeheer de kop onder het maaiveld dient te houden, waar Floris zelf zeker weet dat hij slechts de emancipatiezaak dient. Zo loopt hij op zekere Roze Zaterdag - jasje-dasje - in een optocht achter een bord 'Adel loopt ook mee'. Ook daar krijgt hij de wind van voren: de linkse COC'ers beschouwen het als opschepperij. Ten onrechte, fulmineert Floris.

Midden jaren tachtig richt Michiels zijn pijlen op de rooms-katholieke kerk. De actie krijgt internationale belangstelling. De katholieke leer schrijft voor dat praktiserend homoseksuelen niet mogen deelnemen aan de eucharistie. De jonker wil dat wél, onder het motto: 'Ik wil me nergens uit laten zetten waar ik zelf bij wil horen'. Hij hangt een bord om zijn nek waarop zijn praktiserende geaardheid is vermeld, en tijgt met een groep vrienden ter kerke bij bisschop Ter Schure in Den Bosch. Daar wordt hem, zij het niet door de bisschop zelf, de communie toegediend. Later lukt hem dat bij kardinaal Simonis in Utrecht niet. De ultrarechtse anti-abortusactivist jonkheer Van der Does de Willebois trekt een fijne vergelijking tijdens die bijeenkomst: als homoseksualiteit aangeboren is, zijn rassendiscriminatie en necrofilie dat zeker ook.

Verkiezingen
Ook in de politiek tracht Floris doorbraken te bereiken. Zowel bij Europese als landelijke verkiezingen roept hij op om op homo's te stemmen, met wisselend succes. Na zijn dood moet er een steunfonds De Rose Jo(n)ker komen, maar Floris liet slechts schulden na. Zijn moeder onderhoudt het fonds financieel. De jonker is dan al met zijn homo-engelenwerkgroep bezig.


Wilt u meer lezen over De roze jonker? Lees meer

De roze jonker

De roze jonker, Jos Versteegen

Bekijk de biografie De roze jonkerLees verder

Dichtbundels

Bekijk hier het complete overzicht van de dichtbundels van Jos Versteegen en maak kennis met de verhalen achter zijn werk. Lees verder

Biografieën

Lees meer over de biografieën die Jos Versteegen heeft geschreven. Lees verder

Vertalingen

Bekijk de vertalingen van Jos Versteegen. Lees verder

Bloemlezingen

Bekijk de bloemlezingen van Jos Versteegen. Lees verder

Naslagwerken

Bekijk de naslagwerken van Jos Versteegen. Lees verder